Sneller aansluiting op de arbeidsmarkt

Ik ben bij Brenda geneigd haar hele verhaal onderuit te halen, maar ik stel haar een vraag en laat haar praten. Ik zet in op een situatie waar zij energie van krijgt en samen pellen we deze af. Wat doet ze precies, wat vindt zij daar zo leuk aan en in welke context?
Ofwel: we verschuiven de focus van wat niet is, naar wat wel is, wat van nature in haar zit en waar ze energie van krijgt. Niet om te doen alsof het andere (negatieve?) er niet is. Dat pakken we wel mee, vanuit de situaties waarin het wel lukt. Daar zit veel meer energie om te ontwikkelen.

Productief en vitaal

Er wordt steeds meer verwacht van (toekomstige) medewerkers als Brenda. Je moet langer doorwerken, later met pensioen en ook de veranderingen in het werk volgen elkaar in een steeds hoger tempo op. Tel dit bij elkaar op en je hebt een grotere uitdaging om fris en fruitig de eindstreep te halen.

Duurzame inzetbaarheid en vitaliteit van medewerkers staan hoog op de agenda bij organisaties. En dat is ook nodig. Kijk alleen al naar het onderwijs. We zien dat startende leraren relatief snel het onderwijs weer verlaten; de werkdruk is hoog en er is veel verzuim door ziekte of stress, wat maakt dat steeds meer organisaties in werkgeluk investeren. Steeds meer onderzoeken wijzen uit dat het merendeel van de mensen niet gelukkig is in het werk en liever iets anders zou doen.

Dat kan anders. En daar hebben docenten een belangrijke rol in te vervullen. Als we onze studenten al tijdens hun studie meegeven hoe waardevol ze zijn, en ervoor zorgen dat ze met een rugzak vol zelfkennis het hbo verlaten, komen zij enorm productief en vitaal op de arbeidsmarkt. En dat levert organisaties enorm veel op.

Talenten ontdekken, waarderen en leren inzetten

Het goede nieuws is: we kunnen onszelf en studenten, trainen in focus op dat wat er van nature in zit, talenten laten ontdekken, waarderen en leren hoe deze meer en effectiever in te zetten.

Dat meegeven aan studenten, begint bij de docent als rolmodel en omdat die het meest in contact is met de student. Want studenten doen niet wat jij zegt, maar doen wat jij dóet.

En als je zelf terugdenkt aan de docent die er voor jou écht toe deed, kan het niet anders dan dat dat ook een docent was die

1. Jou echt zag.
2. Zijn/haar werk met plezier deed.

Het is belangrijk om te weten waar je goed in bent, waar je energie van krijgt. En dat gaat verder dan een woord, een activiteit of eigenschap. Het gaat om hoe het er in actie uit ziet. Met wie, waarom, in welke context. Dat maakt dat je je talent ook echt bewust en effectief kunt inzetten, maar ook dat je loopbaanvragen makkelijker kunt beantwoorden.

Antwoorden op deze vragen maken dat je makkelijk kunt meebewegen in tijden van verandering, creatiever kunt denken en keuzes maakt die bijdragen aan je eigen welbevinden.

Direct aan de slag

Om hier, als docent, morgen al verschil in te maken heb ik iets voor je. Je hoeft het alleen maar te downloaden, knippen en vouwen. Een ‘ouderwets’ happertje.

Daarbij heb ik 2 opdrachten voor je, oké voor de diehard 3:

1. Gebruik dit happertje voor jezelf, beantwoord dagelijks een van deze vragen en merk op welk verschil dit maakt in hoe je je voelt, naar jezelf kijkt en over jezelf denkt.
2. Stel je studenten deze vragen.
3. Leg ‘m in de teamkamer of trap ermee af tijdens het werkoverleg met je collega’s.

Download hieronder het ‘happertje’, waarmee je op een eenvoudige en effectieve manier de vragen stelt die jouw student – maar ook jouzelf! – dichterbij de antwoorden brengt van wat hun kwaliteiten zijn, zodat zij sneller in een duurzaam dienstverband bij de juiste organisatie terechtkomen.

Welke activiteit gaf jou afgelopen week energie? Wat deed je precies? Met wie? En waarom?