Home / Kennisbank / Zelfsturend leren is hard werken, ook voor de docent
Als je een kind iets vertelt of uitlegt, ontneem je het de kans dit zelf te ontdekken of uit te vinden. Aldus, vrij vertaald, een uitspraak van psycholoog Jean Piaget. Het vermogen van studenten om zelf hun leerproces vorm te geven en de verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen ontwikkeling, wordt gezien als een cruciale vaardigheid voor de 21e eeuw.
Zelfsturend leren is een buzzwoord geworden, maar is er al een visie voor ontwikkeld? Want hoe organiseer je het, hoe stimuleer je de studenten en welke begeleidingstechnieken pas je toe? In vijf Aan tafel!-sessies in het hele land sprak Noordhoff met Hogeschooldocenten over hoe zij zelfsturend leren aanpakken.
Casper Hulshof, docent Onderwijskunde aan de Universiteit Utrecht, start de bijeenkomst in Nijmegen, Utrecht en Amsterdam met een overzicht van de stand van de wetenschap rond zelfsturend leren, ook wel zelfregulerend leren genoemd – termen die door elkaar worden gebruikt.
Zelfsturend leren geeft de student een groter gevoel van autonomie en het vergroot diens intrinsieke motivatie, vertelt Casper. Bovendien ontwikkelt de student zelfregulerende vaardigheden én hij/zij wordt beter voorbereid op het bekende ‘leven lang leren’. Voor de docent betekent deze werkwijze meer begeleidingstijd en een flexibeler takenpakket, waaronder: studenten stimuleren tot het ontwikkelen van probleemoplossende vaardigheden.
Zelfsturend leren in praktijk brengen is echter niet eenvoudig. Casper: ‘Het vereist zelfcontrole. Er zijn metacognitieve vaardigheden voor nodig, zoals oriënteren, plannen, monitoren en evalueren.’ Kortom, de grootste misvatting is dat je zelfsturing aan zou kunnen leren door middel van zelfsturing. Integendeel, het is hard werken.
Enkele tips: Geef de studenten het gevoel dat ze het kúnnen. Laat hen autonomie ervaren. Zorg dat de leerstof aansluit bij hun eigen leefwereld. Leg de nadruk op het opdoen van inzichten en niet op het leren voor een cijfer. En tot slot: wees betrokken en werk samen met de studenten.
Nu de praktijk. Hoe pakken de aanwezige docenten dit aan? Bereid je goed voor, klinkt het uit de zaal. Verdeel de studenten in groepjes, eventueel sterkere en minder sterke studenten bij elkaar. Spreek ze in het begin vaak aan, later minder frequent. Zorg voor een duidelijke opbouw van de lessen. Werk zo kleinschalig mogelijk. Regel een digitaal controlemiddel om te checken of studenten aan het werk zijn.
Duidelijk is dat deze aanpak van docenten net zoveel vraagt als van studenten. Laat dit ook zien, zegt iemand, voor het geval je een student treft die vraagt wanneer je nou ‘gewoon gaat lesgeven’.
Vraag is wel wat voor docenten er nodig zijn bij zelfsturend leren. Hebben docenten van nu eigenlijk wel de juiste achtergrond en bagage? Jazeker, zeggen de wetenschappers: maar je moet het met elkaar concreet maken, een visie ontwikkelen, gedragen door de opleiding.
Andere vraag is of zelfsturend leren misschien een persoonlijkheidskwestie is. Zijn er niet gewoon studenten die het uit zichzelf kunnen, die discipline hebben en die dat niet hebben? Nee, is het antwoord: het is wat iemand gewend is, discipline is niet aangeboren.
Voor de bijeenkomsten zijn ook studenten uitgenodigd. Edo Labrujere en Lara Iking waren Live aanwezig in Utrecht en Amsterdam. In Nijmegen was Edo erbij via video.
Edo is al meerdere studies begonnen en doet nu de bachelor Literary & Cultural Analysis aan de Universiteit van Amsterdam (UvA). Hij is zeer geïnteresseerd in zelfsturing: ‘Ik heb het heel erg geprobeerd’, maar hij heeft last van ‘aangeleerde hulpeloosheid’, het niet weten waar je naartoe beweegt als student.
Edo’s kritiek richt zich o.a. op het curriculum: ‘Waarom staan al die vakken nog steeds als in beton gegoten? Het is niet gezegd dat ze allemaal nodig zijn voor de richting waar ik als student naartoe wil.’
De meeste aanwezigen hebben hier begrip voor. ‘We zouden best meer kunnen schuiven met modules en roosters’, zegt een docent. Aan de andere kant, vaak gaan studenten pas begrijpen waarom ze iets hebben geleerd tijdens de stage. ‘Dan vallen er kwartjes’, weet een collega. Dit betekent dus dat docenten goed moeten toelichten waaróm bepaalde keuzes zijn gemaakt en wat studenten daaruit kunnen halen.
Ander kritiekpunt van Edo betreft het samenwerken van docenten met studenten: ‘Zelfsturend leren ontwikkelen, dat moet je samen doen. Maar welk gemeenschappelijk probleem heb je als docent samen met je studenten? Misschien kunnen studenten jou ook iets leren?’
Terecht, vinden de aanwezigen.‘Practice what you preach, zorg ervoor dat de opleiding uitdraagt wat ze onderwijst. Je onderwijst iets niet “omdat wij dit vertellen” maar omdat het belangrijk is voor iemands ontwikkeling. Dat vertrouwen moet er zijn.’
Lara Iking doet de bachelor Tourism Management bij Hogeschool Inholland. Zij vindt het belangrijk dat er duidelijke kaders zijn: wat wordt er van de student verwacht? En wat is de rol van de docent? Zelf weet ze prima haar weg te vinden; en als ze er niet uitkomt, gaat ze naar de docent. Maar ze ziet dat sommige medestudenten daar meer moeite mee hebben.
Daarnaast mist ze de controlerende rol van de docent. Het komt voor dat minder gemotiveerde studenten worden gekoppeld aan studenten die er wel hard aan trekken. Die laatsten vinden dat niet altijd prettig. Vooral niet wanneer de minder gemotiveerde studenten meeliften met een project en dan toch een goed cijfer halen.
Na een goed verzorgde lunch worden er pittige vragen gesteld over de rol van de student en de meerwaarde van zelfsturing. Ze zijn lastig te beantwoorden, blijkt uit een onderzoek dat Noordhoff eerder liet uitvoeren en ook uit de reacties in de zaal op stellingen.
Bijna de helft van de respondenten uit het onderzoek vindt zelfsturing van de student een belangrijk onderwerp. Maar liefst 92% is van mening dat de student een actieve rol moet hebben bij het leerproces. Maar hoe dan? In de vorm van de opleiding, de inhoud, of in het studietempo? Dat wordt niet duidelijk.
De collega’s in de zaal benadrukken vooral het belang van kaders stellen en randvoorwaarden bieden. En nogmaals: zelfsturing invoeren is alleen op kleinschalige wijze goed te doen.
Ook hier zijn de onderzoeksresultaten niet eenduidig. Twee derde van de respondenten denkt dat zelfsturing voor meer motivatie zorgt. Slechts 45% denkt dat het ook tot meer studiesucces leidt.
De collega’s aan tafel verwachten dat studenten bij zelfsturing beter leren problemen te onderkennen, verder kijken dan hun neus lang is en beter voorbereid zijn op een leven lang leren.
Deze stelling levert aan tafel geen volmondig ‘ja’ op. Enkele reacties: Dat vereist bij ons wel een omslag. Willen we dit wel? Je zou een splitsing moeten maken tussen de organisatie en de studie. In het verleden zijn hier slechte ervaringen mee opgedaan. Maar ook: Ik ben wel benieuwd naar ‘goede recepten’ om dit te doen
Zoals eerder gezegd: een gezamenlijke visie nodig van docenten, gesteund door de opleiding, is broodnodig.
Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Interdum urna, ornare et enim vulputate nibh euismod nisl. Tempus mus risus velit ullamcorper. Nulla ac aliquet nisi imperdiet sed vestibulum dolor mi. Fringilla ullamcorper lacinia arcu molestie vestibulum aliquet adipiscing arcu risus.
Nulla ac aliquet nisi imperdiet sed vestibulum dolor mi. Fringilla ullamcorper lacinia arcu molestie vestibulum aliquet velit ullamcorper pretium.
Om zelfregulerend leren in het hoger onderwijs te versterken en ondersteunen, is het goed om eerst te weten wat je dan precies wilt versterken en ondersteunen. Daarom gaan we in deze whitepaper eerst dit concept verder ontrafelen: wat is zelfregulerend leren precies?
Om zelfregulerend leren in het hoger onderwijs te versterken en ondersteunen, is het goed om eerst te weten wat je dan precies wilt versterken en ondersteunen. Daarom gaan we in deze whitepaper eerst dit concept verder ontrafelen: wat is zelfregulerend leren precies?