Home / Kennisbank / Differentiëren: aansluiten op onderwijsbehoeften
Of je nu lesgeeft op het mbo of hbo, geen student is hetzelfde. Hoe mooi is het dan als je je aanbod kunt aansluiten op de behoeften van de individuele student?
Noordhoff START sprak met Marjoleine Dobbelaer (onderzoeker bij het onderzoeksteam Kwaliteit van leraren aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen) en Marieke van Geel (universitair docent aan Universiteit Twente) over één van hun expertisegebieden: differentiëren in het onderwijs.
Van Geel en Dobbelaer deden samen met collega Trynke Keuning (Hogeschool KPZ) onderzoek naar differentiatievaardigheden. Daaruit kwam ADAPT voort, een meetinstrument dat de differentiatievaardigheden van docenten gedetailleerd inzichtelijk maakt.
Van Geel: “De algemene definitie van differentiëren luidt: het aanpassen van aspecten van het onderwijs op verschillen tussen studenten. Denk bijvoorbeeld aan variaties in instructie, toetsing, samenwerking en de inrichting van de leeromgeving.”
Je kunt op verschillende manieren differentiëren, bijvoorbeeld op tempo, niveau, interessegebied en begeleidingsbehoefte. Ook kun je bijvoorbeeld kiezen voor verrijking of remediëring.
Uit het onderzoek van Van Geel en Keuning bleek dat expertleerkrachten differentiëren in vier fasen.
Wanneer je een samenhangende serie lessen of leeractiviteiten voorbereidt, is het van belang zicht te krijgen op de doelen en de plek van deze doelen in de leerlijn: wat hebben studenten al geleerd en waar werken ze uiteindelijk naar toe? Welke ondersteuningsbehoeften hebben bepaalde studenten de komende periode?
Hier gaat het om de voorbereiding van één specifieke les of leeractiviteit uit de reeks. Bedenk vooraf welke doelen je hebt binnen de les. Hoe ga je ervoor zorgen dat studenten deze doelen bereiken? Wat is hun eigen rol hierin?
Het is belangrijk dat je het doel van je les duidelijk maakt en de voorkennis activeert en inventariseert. Ook moet je instructie aansluiten bij studenten met verschillende ondersteuningsbehoeften.
In deze fase vraag je je af of alle student hun doelen hebben behaald. Ook kijk je welke acties eventueel nog nodig zijn om die doelen alsnog te behalen. Stel doelen niet te snel naar beneden bij.
Van Geel voegt nog toe: “Als je tijdens deze vier fasen goed wilt kunnen differentiëren, heb je kennis nodig: kennis van je vak en kennis over je studenten. Kennis van je vak is essentieel om de juiste, gerichte keuzes te maken. Op basis van de kennis die je over je studenten hebt, bepaal je dan wat zij nodig hebben om de leerstof uiteindelijk te beheersen.”
Om binnen de vier fasen goed onderbouwd te bepalen wat je welke student aanbiedt, is het van belang dat je je aan vijf onderliggende principes houdt.
Differentiatie is waardevol in elke onderwijssetting, ook binnen het beroepsonderwijs.
Veel studenten in het beroepsonderwijs werken met een portfolio, waarin ze zelf aangeven hoe hun leerproces eruitziet. Dat portfolio vormt de perfecte basis voor een gesprek over individuele lesdoelen.
Een manier om te differentiëren in het beroepsonderwijs is in tijd. Bijvoorbeeld met facultatieve instructie. Laat studenten zelf bepalen of ze deze wel of niet volgen. Daarin hebben studenten wel ondersteuning nodig; ze kunnen vaak nog niet goed zelf inschatten of ze de les nodig hebben.
Help ze bij die inschatting. Vertel ze concreet aan welke voorwaarden ze moeten voldoen om de les over te slaan. Bijvoorbeeld een goed resultaat bij de oefentoets. Of bepaal op basis van de resultaten op zo’n oefentoets welke onderwerpen je in een optionele sessie op de agenda zet.
Dobbelaer en Van Gaal geven een aantal praktische tips omtrent differentiëren:
Van Geel sluit het gesprek af met een belangrijke boodschap: “Er is veel informatie beschikbaar over differentiëren die vooral gaat over werkvormen en organisatiestructuur. Het inzetten van dat soort strategieën garandeert echter niet dat je onderwijs aansluit op wat je studenten nodig hebben.”
Dobbelaer vult aan: “Het gaat altijd om de match van wat een student nodig heeft en wat de docent doet. Het feit dat die match in andere meetinstrumenten ontbrak, was voor ons de reden om ADAPT te ontwikkelen.”
Hoewel ADAPT is ontwikkeld voor het primair onderwijs, is het meetinstrument ook binnen het beroepsonderwijs bruikbaar. “Al is het maar ter inspiratie. De 23 indicatoren die we binnen de vier fasen uitgewerkt hebben, zijn in elke onderwijsvariant relevant”, aldus Dobbelaer.
Wist je dat je met het Noordhoff online leerplatform voor het hoger onderwijs leerstof die niet relevant meer is eenvoudig uit de door jou samengestelde cursus kunt verwijderen of aanpassen? Bekijk deze video voor meer informatie.
Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Interdum urna, ornare et enim vulputate nibh euismod nisl. Tempus mus risus velit ullamcorper. Nulla ac aliquet nisi imperdiet sed vestibulum dolor mi. Fringilla ullamcorper lacinia arcu molestie vestibulum aliquet adipiscing arcu risus.
Nulla ac aliquet nisi imperdiet sed vestibulum dolor mi. Fringilla ullamcorper lacinia arcu molestie vestibulum aliquet velit ullamcorper pretium.
Ben je docent in het middelbaar beroepsonderwijs en wil je niets missen? We informeren en inspireren je graag met onze e-mailnieuwsbrieven. Laat ons weten waarover je op de hoogte gehouden wilt worden!